straffen en belonen

 

Ik geef veel aandacht aan positief gedrag en probeer door middel van belonen ongewenst gedrag om te zetten in gewenst gedrag.

 

Ik beloon de kinderen met een compliment, aai over de bol, knuffel, een duim omhoog of een applaus.

 

Een beloning geef ik bijvoorbeeld, als het kind keurig heeft opgeruimd na het spelen, zelf de schoenen heeft aangedaan als we naar buiten gaan, lief aan het spelen is etc.

 

Straffen:

 

Kinderen tasten regelmatig hun grenzen af. Dit is van groot belang voor hun totale ontwikkeling. Soms echter kan dit leiden tot gedrag dat storend of misschien zelfs gevaarlijk is voor henzelf of voor anderen. Op zo’n moment moet ik duidelijke grenzen stellen.

 

Wat betekent dit in de praktijk?

 

Ik benader het kind positief op zijn gedrag (ik leg aan het kind uit welk gedrag niet geaccepteerd wordt en waarom niet). Als het kind doorgaat met zijn gedrag, probeer ik duidelijk en consequent te zijn en indien nodig negeer ik zijn/haar gedrag.